Ter nagedachtenis aan Jan Florentius Stam
Jan Florentius Stam was de zoon van Pieter Stam (1888-1973) en Catharina Korver (1888-1982). Jan Florentius werd geboren op 1 april 1915 in Sijbekarspel en stierf de heldendood op 8 maart 1945. Hij is begraven in Spanbroek op 26 juli 1945.
Pieter Stam was de broer van mijn Opa Jan Stam. Zie naschrift.
Jan Florentius is vlak voor de afloop van de tweede wereldoorlog op 8 maart 1945 gefusilleerd door de Duitsers in de Rozengaarde aan de Amsteldijk te Amsterdam. Dit als onderdeel van de represaille op de aanslag op Router.
Hoe begon dit allemaal? (Bron Stichting: hoochwouthout.nl)
Toen er op 6 maart 1945 een aanslag werd gepleegd op Obergruppenführer Hanns Rauter, bij herberg De Woeste Hoeve in de omgeving van Apeldoorn, werd het doodvonnis getekend van vele gevangenen. Hanns Rauter was als hoogste SS`er in Nederland verantwoordelijk voor de deportatie van 120.000 Joden en talloze terreurdaden tegen de bevolking. Hij overleefde de aanslag dankzij een koffer wasgoed die een groot deel van de kogelregen had opgevangen. Wel was hij geraakt in zijn kaakspieren, waardoor zijn kaak alleen nog door bandages op zijn plaats kon worden gehouden. Als represaille werden er bij de Woeste Hoeve op 8 maart 1945 117 gijzelaars gefusilleerd.
Kaartavond
Het begon allemaal voor de Spanbroeker slachtoffers tijdens een kaartavond op zaterdagavond 24 februari 1945. Cor Loos heeft zijn vaste kaartavond bij hem thuis samen met Jan Stam, Jan Kramer en Pee Vlaar. Cor Loos is een hardwerkende man en vader van twee kinderen die met het verzet helemaal niets van doen had. Hij was ‘kraaienvanger’ van beroep en werkte aan de Hondsbossche zeewering. (Als kraaienvanger bewerk je basaltblokken met een bijl zo dat ze goed in elkaar passen en de dijk beschermen tegen de zware golven) De twee kinderen van Cor waren in huis en op het moment van de inval zijn ze in een diepe kast gekropen.
Jan Stam is lid van de kaartclub maar ook betrokken bij het verzet en tevens inzetbaar bij de Bewakingsgroep Droppingveld ‘Mandril’. Hij woonde nog thuis bij zijn ouders op de boerderij en was die avond op pantoffels te kaarten gegaan. Jan Kramer behoorde tot de vaste kaartclub maar had met het verzet niets van doen. Pee Vlaar was de vierde man. Hij woonde in Wadway en ook hij had met de illegaliteit helemaal niets te maken.
Was er verraad in het spel?
Die bewuste avond deed de Landwacht een inval in het huis van Cor Loos en werden ze beschuldigd van het verspreiden van illegale blaadjes die men ook in de jassen van de mannen aantrof. Het vermoeden heeft steeds bestaan dat er verraad in het spel was. Na de oorlog is er een persoon voor deze daad veroordeeld tot 15 jaar gevangenis. Alle vier de mannen werden die avond gearresteerd en overgebracht naar Hoorn. Jan Stam kreeg nog de gelegenheid om thuis zijn pantoffels om te ruilen voor schoenen. Wel moest hij buiten blijven staan en hij kreeg de schoenen door zijn familie aangereikt. Zijn Moeder gaf hem nog een overjas want hij was niet erg warm gekleed.
Tot zijn ouders zei hij: ‘heb maar geen zorgen om mij, ik ben wel weer snel thuis’. Dit zijn de laatste woorden die ze van hem hebben gehoord.
Het vuurpeloton
Toen er op 6 maart 1945 een aanslag werd gepleegd op Obergruppenführer Hanns Rauter, bij herberg De Woeste Hoeve in de omgeving van Apeldoorn, werd het doodvonnis getekend van vele gevangenen. Ook de zes inwoners van Spanbroek treft dit lot. In de morgen van 8 maart 1945 werden in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam vele mannen uit hun cel gehaald en gebracht naar de fusillade plaats aan de Amsteldijk. Onder deze gevangenen bevonden zich de zes inwoners en tijdelijke inwoners uit de gemeente Spanbroek. Op die bewuste morgen dat de namen werden afgeroepen, dachten zij zelf en ook de medegevangenen die achterbleven, dat ze op transport zouden worden gesteld naar Duitsland. Dat gebeurde regelmatig met gevangenen, maar de werkelijkheid was veel gruwelijker.
Nicolaas Appel (geboren op 11 oktober 1920 te Spanbroek), Antonius Marie Bosse (geboren op 20 april 1920 te Haarlem), Johannes Hermanus Hoek (geboren op 20 november 1918 te Venhuizen), Cor Loos (geboren op 22 april 1909 te Spanbroek), Johannes Florentius Stam (geboren op 1 april 1915 te Spanbroek) en Jacobus Lodinus Weerdenburg (geboren op 5 mei 1923) en andere medegevangenen werden die morgen van 8 maart 1945 door een vuurpeloton aan de Amsteldijk gefusilleerd.
Pas op 14 maart 1945 kregen de families bericht van het overlijden van hun dierbaren. Op een heel onpersoonlijke manier werd hen door de toenmalige gemeentebode het bericht voorgelezen. De moeder van Klaas Appel stond op dat moment even buiten, toen de gemeentebode van zijn fiets stapte en haar dat daar ter plekke meedeelde. Tinie Stam weet nog dat haar dat bericht koel en zakelijk werd voorgelezen en toen moest zij het haar ouders gaan vertellen Wanneer de familie van de nabestaande er behoefte aan had kon men zich melden aan de Staalstraat 7 in Amsterdam om de acte van overlijden te tekenen.
Na de oorlog zijn de lichamen van de gefusilleerden opgegraven en overgebracht naar Haarlem waar de kisten in een grote ruimte waren neergezet. De broer van Jan Stam heeft hem nog kunnen identificeren aan de hand van een kledingstuk en zijn gebit.
Getuige
Amstelzicht-directeur Frans Hendrikx was ooggetuige geweest van de vreselijke tonelen die zich op Rozenoord hadden afgespeeld. Hij schreef erover in de brochure ‘Rozenoord Bloedoord Heldenoord’, die hij in juli 1945 publiceerde naar aanleiding van de herdenking op zijn tennispark:
‘Vanaf mijn niet al te ver verwijderde schuilplaats kon ik de verbeten bleeke gezichten waarnemen, zag ik de verwilderde haren van hun ontblootte hoofden, zag ik in helle angst hun schrikoogen turen in de verte naar… dierbaren en vrienden, naar alles wat hun lief en heilig was, ik voelde hun gedachten uitstralen over den lagen vochtigen grond naar mij, onzichtbare stille getuige, die hun opdracht ontving hun laatste boodschap aan de wereld over te brengen, hun laatste boodschap, dat zij als helden den dood in het gezicht zagen zooals zij als helden het gevaar van het verzet hadden getrotseerd. (…) Helden van Rozenoord, wij zullen U nimmer vergeten.’
Monument en grafzerk
Fusilladeplaats
Locatie: Net naast (onder) de snelweg A10
Rozenoord in het Amstelpark
(http://monument-rozenoord.nl)
Het Rozenoord monument is er gekomen op initiatief van bewoners van het Amsterdamse Stadsdeel Zuid. Wegens verbreding van de snelweg A10 was de huidige plaats van het monument niet te handhaven. De nieuwe locatie van het monument is in het Amstelpark. Kunstenaar Ram Katzir ontwierp het nieuwe monument waarbij alle slachtoffers van het monument een waardige gedenkplaats kregen. In plaats van één monument voor honderd personen, ontwierp Katzir voor alle honderd personen ieder een eigen monument.
Alle slachtoffers herdacht
Bezoekers van het Rozenoord monument zien een grote installatie, bestaande uit honderd stoelen. De stoelen staan ogenschijnlijk willekeurig over het veld verspreid, alsof ze enkele minuten geleden nog in gebruik waren. De stoelen zijn geordend naar de acht data waarop de slachtoffers gefusilleerd werden. Voor de onbekende gefusilleerden staat een plaquette.
Elke stoel is bevestigd op een elegante betonnen basis waarin verdiept de naam en geboorte- en overlijdensdatum van ieder slachtoffers staat. Het Rozenoordmonument poogt ons terug te brengen naar een één op één relatie. Elk van de honderd stoelen staat voor een individu met een eigen persoonlijkheid en een eigen verhaal.
Rozenoord gaat over afwezigheid, bijvoorbeeld in de lege ruimte die is achtergelaten door de mensen. De lege ruimte tussen de stoelen is onderdeel van het monument. Het monument heeft een interactief karakter. Het nodigt bezoekers uit tussen de stoelen te wandelen en de individuele namen van de slachtoffers te lezen. Een bezoeker zou kunnen besluiten op een van de stoelen plaats te nemen, omringd door de aanwezigheid van zoveel ontbrekende personen. Zo verandert de bezoeker van toeschouwer in deelnemer.
De Stoel van Jan Florenti(n)us Stam
Naschrift: Deze gebeurtenis was mij onbekend. Ik kwam er pas achter bij het ontwikkelen van de stamboom van mijn moeder. Jan Florentius was een neef van mijn moeder Geertruida (Truus) Stam (1912-1995)
Opgesteld Juli 2022
George Reurings Wzn. Wilnis